Drie landschappen en een bruisend einde

Ik ben vanmorgen wel érg vroeg wakker. Om 5:15 scharrel ik zachtjes door de kamer en realiseer me opeens dat er iets anders is. Ik hoor de regen niet. Het is droog! Daar gaan we héél erg van genieten en we gaan dan ook vroeg op pad. Op naar de Silfra kloof, Oxárfoss waterval en geisers. Ik verheug me het meest op de geisers. Ik rijd nog geen vijf minuten of het begint zachtjes te regenen, vervolgens een stortbui met als toegift een flinke hagelbui. Zo, dat moest er nog even uit, de rest van de dag blijft het tot begin van de avond droog.

Al vrij snel gaat de asfaltweg over in een grindweg met kuilen. De weg stijgt, slingert en er staan regelmatig waarschuwingsborden met Blindhaed er op. Steeds hoger op een smalle weg met sneeuw, grind en ijs en je kan niet zien of er aan de andere kant ook een auto komt. Maar wonderschoon is het wel! Een 4 wheel drive vehikel was beter geweest maar dat stellen ze hier alleen verplicht als je ook een rivier moet oversteken. En dat hoef ik niet te doen. Eigenlijk best jammer 🙂

Iets over de top is een uitwijkplaats waar ik even kan stoppen. Wat een mooie witte wereld is hier. Bart rijdt het volgende stuk en na een paar bochten wordt de weg weer een heuse weg. Dat rijdt dan wel lekker en en vooral sneller maar minder spannend is het wel.

Onze eerste stop is de Silfra kloof in het Thingvellir National Park. Hier kan je heerlijk wandelen maar we gaan vooral voor de breuklijn tussen de Noord-Amerikaanse en Eurazatische tektonische platen. Deze twee platen drijven hier uit elkaar, ieder jaar 1 tot 2 centimeter verder. Een raar idee, maar realiteit. We bekijken alles, lopen door tot de waterval Öxarárfoss die meer volume heeft naar gelang er water is. Hij is niet heel erg hoog maar wel prachtig!

We rijden weer verder voor het, wat mij betreft, pièce de resistance. Een echt werkende geiser te zien die onverwacht het water de lucht in schiet. Mijn wens wordt vervuld. De Strokkur heeft ca. iedere 10 minuten een erupsie. Soms zelfs twee vlak na elkaar en de ene keer hoger dan de andere keer. Het is een prachtig schouwspel. We blijven heel lang kijken tot mijn vingers bevroren zijn en mijn telefoon leeg, Tijd om op te laden.

Er vlakbij ligt de Geysir. Hier komt het Nederlandse woord geiser vandaan. Deze geiser spoot jarenlang woest en vrolijk vele meters omhoog. Vooral als men er een zeepje ingooide. Die zeepjes deden hem uiteindelijk ook de das om. Hij spuit niet meer.

Eind van de middag arriveren we bij onze nieuwe overnachtingsplek voor twee nachten. Het is een soort hostal waar alles gericht is op paarden. Minder chique dan de vorige overnachtingen maar wel gezellig. En met een heleboel paarden. Misschien duik ik morgenochtend even de stallen in om ze te begroeten. Zulke leuke mede hotelgasten tref je immers niet vaak.

Een gedachte over “Drie landschappen en een bruisend einde

  1. Mooi!
    En nu maken jullie ook “Midnattsolen” mee.De zon gaat echt niet meer onder. Althans als de zon schijnt.
    Mooie verhalen en mooie fotos, geniet nog even.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie