Vandaag rijden we door naar onze vrienden in Spanje. Dat is precies een kwartier rijden. We waren al Jávea. De verrassing dat we de Montgo beklommen hadden is niet echt een verrassing. Ze hadden het al verwacht. Soms kennen mensen je gewoon te goed.
De meegebrachte klompensloffen vallen in goede aarde en eindelijk kunnen we weer bijpraten terwijl je elkaar écht ziet. Dat is toch heel wat anders dan via beeldbellen. Dan is het tijd om te genieten van het mooie Jávea. De plaats, een oud vissersdorpje, telt maar 30.000 inwoners maar bestrijkt 69 km² en dat is een hele oppervlakte. Maar wanneer je op stap gaat met mensen die hier al jaren wonen, dan kom je op de mooiste plekjes.
Ik kan niet alle namen onthouden van waar we lopen. Hun spaans is allang het vakantiespaans van mij voorbij. Maar ik onthoud Cap Prim, een korte maar wel prachtige route en we gaan zwemmen in de zee in Cala Sardinera. De stenen zijn spekglad, mijn waterschoenen ben ik vergeten, dus ik houd mijn sandalen maar aan en kruip uiterst onelegant met handen en voeten door de branding tot ik kan zwemmen. We poedelen wat en iets verderop in zee ligt er een grote steen op de bodem. Groot genoeg om op te staan en met je hoofd en schouders boven water te blijven. We praten hier bij tot de handen beginnen te rimpelen. Ik kruip weer op handen en voeten naar het strand. Graag was ik als Bo Derek de zee uitgekomen maar het zat er gewoon niet in. Bart heeft gelukkig ook niet aan droog ondergoed gedacht dus ben ik niet de enige met overal grote natte plekken als we weglopen, al heeft hij wel droge schoenen.
We zien weer de Montgo, aan deze berg is hier niet te ontkomen. De berg, grillig van vorm, domineert de hele omgeving en heeft een bovenaards vermogen om gedurende de dag van kleur te veranderen. De kleur hangt af van de kracht en de stand van de zon.
De bevolking hier noemt de berg liefhebbend El Elefante, de olifant. De berg heeft de kop van de olifant met slurf. Je ziet het pas als je het ziet 😉 Iets meer dan halverwege de kop zit het oog van de olifant. Dit is een grot (Barronc del Migdia). Dit oog van die oude olifant bewaakt de stad. Het leuke is dat er een pad is naar dat oog, wat best een flinke grot is.
Pas in 1989 ontdekte men rotsschilderingen in die grot afkomstig uit de Bronstijd. In 2009 ontdekten archeologen dat de grot was gebruikt als prehistorische grafkamer en werden er overblijselen van acht mensen gevonden. Het waren secundaire begrafenissen. De skeletten waren gewikkeld in bundels en verplaatst. Dit met al hun voorwerpen voor hun volgende leven (wapens, sieraden, gereedschappen). De botten waren 5000 jaar oud.
Later vereerden de Romeinen de grot, daarna de Moren. Zíj lieten munten achter. Nu vereren de huidige bewoners van Jávea het oog. Ik zie heus de olifant wel in de berg maar ik zie er óók het hoofd van een ridder in. Heel duidelijk op de rechterkant van de berg. Bart ziet er een leeuw in. Die zie ik ook wel maar die is veel minder prominent dan het hoofd.
Ik kan het niet laten steeds weer naar die berg te kijken, die toverberg die vanavond eerst oranje kleurt en daarna even felrood voor hij het licht uitdoet. Ik voel me ontzettend nietig.




Goedemiddag lieve luitjes wat een prachtige verhalen weer, geweldig om te lezen en natuurlijk super mooie foto,s lekker blijven genieten.
Lieve groet Herman en Elly
LikeGeliked door 1 persoon