(On)mensen en wilde dieren (12)

Vandaag gaan we naar Altea, een dorpje aan zee, acht kilometer verderop. Van dit dorpje maakten de Grieken vroeger een marktplaats. Nu is er iedere dinsdag  nog een grote markt en vandaag is het …dinsdag! Ik sla mijn slag en koop een dun wollen jurkje, omslagdoek en een trui. Het lijkt me een verstandige keuze tussen al die zomerjurkjes. Over vijf dagen zit ik weer thuis met een temperatuur van pakweg twaalf graden. Bart gaat voor nieuwe schoenen. Hij heeft ook weinig keus. Zodra de verkoper merkt dat ik de schoenen leuk vindt roept hij tegen Bart: ‘try try, try’, tovert een stoel tevoorschijn en zegt ‘sit, sit, sit!’ Exact vier minuten later loopt Bart, dertig euro lichter, maar mét schoenen onder zijn arm over de markt.

In dit dorpje wonen veel kunstenaars, schilders en schrijvers. Die halen vast hun inspiratie uit de glinsterende zee of al wandelend over de mooie promenade. Wij flaneren er ook een poosje maar willen graag nog een paar uur in de bergen lopen.

We zijn nog niet heel ver aan de wandel als ik opeens wéér botten zie liggen. Waar zijn deze van? Is het van een hert, een gems of een bruine beer. Dat laatste geloof ik niet echt maar er gebeuren de laatste tijd vreemde dingen in Spanje. Er liep een gedesoriënteerde gier door het centrum van Madrid en er liepen wilde zwijnen op het strand. Maar wat dit ook was, hij is nu hartstikke dood.

Aan het einde van onze looptocht, in de buurt van Polop, lopen we flink door. Niet omdat we opeens haast hebben maar vanwege de vele waakhonden die hier zijn. Ze blaffen, rukken aan hun ketting, ontbloten hun tanden en proberen hun snuit door het hek te krijgen. Dat maakt dat mijn tempo naar een ongekende snelheid gaat. Ik ben blij dat Bart naast me loopt met zijn wandelstok als wapen voor hem.

We ploffen neer op het terras van onze ‘stamkroeg’ en blazen uit. We toosten op onze vakantie maar als ik wat scroll op mijn telefoon lees ik het laatste nieuws over het conflict tussen Israel en de Palestijnen. Het is voor mij niet te bevatten en komt hard binnen. Hamas die kinderen onthoofd, levend verbrand met de handjes op de rug gebonden, een zwangere vrouw de buik opengescheurd en de baby eruit gesneden. De nazi’s deden zulke dingen, zit het kwaad in bepaalde mensen of zijn dat geen mensen meer maar monsters? Wie weet een erger woord dan monster? Welke grens moet je zijn overgegaan voor je in staat bent zoiets te doen. Israel die 724 Palestijnse kinderen uit wraak laat doden. Ik word er naar van en besluit, hoe moe ik ook ben, nog even een uurtje te gaan lopen. Even deze informatie van me afzetten en weer in de vakantiestemming  komen.

De wereld is prachtig maar tegerlijkertijd wreed en gevaarlijk. Het zijn niet de wilde dieren die we moeten vrezen maar de godsdienstfanaten. Zolang extremistische moslims vasthouden aan het principe dat een ander mens (een christen) mag geloven wat hij of zij wil mits ze zich maar houden aan de ver- en geboden van de Islam, zie ik geen oplossing en zal er geen vrijheid zijn. Morgen lees ik geen krant.

Plaats een reactie