Lissabon doe je te voet en niet door de lucht (3)

Klokslag acht uur zitten we aan het ontbijt, vroeger kan hier niet. De pianist is er niet, die geniet ongetwijfeld van zijn zondagsrust of misschien zelfs van een ontbijt op bed.

We hebben maar een krap half uurtje om te ontbijten. Op een kwartiertje lopen van het hotel wacht namelijk onze gids, die tevens een professioneel fotograaf is, op ons. Zijn naam is Leaynet maar we mogen Léo zeggen. Léo gaat met ons op stap door de stad, vertelt van alles over de geschiedenis van Lissabon en maakt ondertussen vlijtig foto’s van ons. Over een week ontvangen we zo’n dertig tot vijftig door hem geselecteerde en bewerkte opnames en we gaan ervan uit dat er dan vast minimaal twee leuke opnames van ons samen bij zitten. Dat is dan ons tastbare aandenken aan onze trip.

We hebben duidelijk een klik met Léo. Léo, 29 jaar jong, afkomstig uit Amerika, vlakbij Washington en net afgestudeerd in International studies. Hij woont hier nu bijna een jaar en ruim drie uur lang vertelt hij vol verve over de stad die duidelijk zijn hart gestolen heeft. Zijn camera klikt ondertussen gestaag door. Hij maakt maar liefst vierhonderd (!) opnames. Dat hij nu een moeder en zoon voor de camera heeft vindt hij zo leuk en speciaal dat hij midden tussen de opnames door besluit om een berichtje naar zijn moeder te sturen. Ik weet helaas niet wat  er in staat maar maar zijn moeder is er vast blij mee.

We lopen door Alfama, de oudste wijk van de stad. De naam komt van het Arabische woord Alhamma wat ‘bad’ betekent. Vroeger waren er aan de voet van deze heuvel allemaal warmwaterbronnen. De lege waterputten worden niet meer gebruikt maar zijn zichtbare herinneringen uit de lange geschiedenis van Lissabon. Het is opmerkelijk dat deze wijk Alfama bij de grote aardbeving uit 1755, welke gevolgd werd door een tsunami en een grote brand en die tienduizenden doden telde, nauwelijks aangetast is. De aardbeving die ‘maar’ drie tot zes minuten duurde had een negen op de schaal van Richter en moet vreselijk zijn geweest. De  kronkelige straatjes van Alfama liggen hier nog onaangetast.

Uit deze wijk is de Fado afkomstig en dat is te zien. Er zijn nog legio cafeetjes met aankondigingen van een Fadista. Bovenaan de hoog gelegen wijk zien we het kasteel van Sint Joris liggen.

We lopen de oudste kerk van Alfama, de Sante Maria Maior binnen om  een kaarsje op te steken. Ik steek nagenoeg altijd een kaarsje aan als ik een kerk binnenloop waar dat kan. Er komt dan steevast direct een naam bovendrijven van iemand aan wie ik dan heel sterk moet denken. In deze kerk hangt een fijne sfeer. Het hectische leven buiten de kerk krijgt geen vat op deze plek.

Wat hebben we een fantastische ochtend! Na de lunch besluiten we met en taxi (die kost hier 0,50 cent per kilometer) naar een ander stuk van de stad te gaan om daar met een kabelbaan van een schitterend uitzicht over de Taag te genieten. Je kan een enkele reis of retour nemen en je zoeft een heel eind door de lucht.

Ik loop niet bepaald warm van het ritje, had me er meer bij voorgesteld en vind het de prijs niet waard maar we hebben wél lol. Gelukkig namen we een enkele reis, dan kan je een stuk verderop direct uitstappen. Bij een retour zoef je in de cabine terug naar de start.

Al pratend lopen we de acht kilometer terug naar het oude centrum waar we wat grappige winkeltjes bezoeken en onszelf trakteren op een heerlijk diner. Je eet hier geweldig lekker voor een redelijke prijs.

Moe maar uiterst voldaan lopen we het laatste stukje naar de hotelkamer. We zwichten wederom voor wat lekkers van de bakker naast het hotel en na een warme douche spelen we een paar spelletjes Keer op Keer en Dizzle. Wat was het een mooie dag en omdat we weten dat er morgen nóg een dag in Lissabon op ons wacht is het niet erg om onze bedden op te zoeken. Voor hij zijn bed in kruipt verzucht Romeo nog dat hij een poosje in Lissabon wilt wonen. Ik begrijp hem helemaal.

.

5 gedachten over “Lissabon doe je te voet en niet door de lucht (3)

Plaats een reactie