Ik ben geen moordenaar (6)

Tot mijn grote vreugde ontdekte ik gisterenavond achter het herensanitair nog twee buitendouches.

Ze hebben voor mij absoluut pluspunten ten opzichte van de vrouwendouche. Zo tel ik hier drie knoppen om kleding en handdoek aan te op te hangen waar de vrouwendouche slechts één roestige spijker heeft. Maar het allergrootste voordeel is dat Sebastiaan hier niet woont.

Het leuke krullenbolletje van gisteren is vroeg uit de veren en loopt rond met een pollepel waarmee hij op een lege doos slaat, ‘Activation, population’ scandeert hij. Geweldige wekker die jongen.

We gaan vandaag een flink stuk lopen van de GR34 en willen beginnen daar waar we in Saint Malo eindigden maar wel aan de andere kant van het water, in Dinard. Je kan namelijk met een pont in ongeveer tien minuutjes overvaren en dat scheelt veel tijd.  Maar eerst rijden we naar St-Briac-sur-Mer om daar de auto neer te zetten. Hier is een busverbinding naar Dinard. Het loopt veel lekkerder naar je auto toe dan dat je bezweet nog met OV terug moet.

We kunnen de auto pas voorbij St-Briac-sur-Mer neerzetten maar enkele kilometers meer maakt niet uit. Wat wel uitmaakt is dat de mensen hier weten van het bestaan van de buslijn maar geen idee hebben waar de halte is. Eigenlijk neemt daar nooit iemand de bus. Gelukkig weet de locale tabakszaak alles. Het kordate meisje wijst ons snel en duidelijk de weg. ‘Rechtdoor tot de Carrefour, naar rechts en dan doorlopen tot de halte aan je rechterhand.’ Op dat moment is de bus al tien minuten vertrokken.

We boffen, we krijgen een lift van een vriendelijke vrouw in een piepklein autootje. Ze gaat toch die kant op en zegt dat het voor haar een kleine moeite is ons even te brengen. We raken in gesprek. Ze woont vlakbij Parijs maar brengt haar vakantie hier door omdat haar moeder in een tehuis hier ligt en stervende is. Bij het uitstappen ziet ze dat ik een bankbiljet pak en wil daar absoluut niets van weten. ‘Het is om bloemen voor je moeder van te kopen.’ Ze schiet vol en daarom ik ook. Toeterend en zwaaiend rijdt ze weg.

Wij lopen even door Dinard, drinken koffie met een chocoladebroodje en gaan door naar de kust. Er volgen waanzinnig mooie loopuren, de kust is hier prachtig. Grote rotspartijen, baaien en stukken strand wisselen elkaar af en er is veel meer hoogteverschil dan ik dacht. We genieten. Vlakbij een stad of dorp kom je altijd wel andere mensen tegen maar de stukken ertussen nagenoeg niemand. Lekker is dat.

Bart zweet behoorlijk, het is flink doorstappen. In St-Lumaire willen we lunchen en zoeken een leuk maar wel duur restaurant uit met de naam Theater. Dat spreekt me aan net als de menu’s met namen uit de boeken van Shakespeare. Bart loopt voorop het restaurant in, de jonge vrouw bij de receptie kijkt Bart aan en kruist haar armen en zegt ‘CLOSED! Ik sta er verbouwereerd achter. Bart sist’ Kom jij even hier en zeg er wat van! Voor mij hoeft het al niet meer en ik vertrek. Bart loopt een kwartier naast me te foeteren, hij is echt boos. ‘Kom op, domme huttetutten heb je overal en ik wil niet eens in een zaak eten waar die werken. Laat het los!

Een kwartiertje later zien we een leuk restaurantje waar ze ons met open armen ontvangen, bezweet of niet. Natuurlijk gaan we wel buiten zitten in een hoekje 😉

We eindigen onze tocht terug bij de auto, dertig kilometers in de benen en dertig kilometers genoten van deze tocht. En moe.

Terug op de camping slaat het weer om. Het wordt fris en ik snak naar de buitendouche. Ik pak schone kleren en toiletartikelen, zeep me van top tot teen in en als ik onder de warme waterstralen sta bedenk ik dat ik geen handdoek bij me heb. Dat is niet handig. Ik wapper wat heen en weer met ledematen om wat te drogen en droog me af met mijn schone hemdje. Ik heb gelukkig mijn vest nog.

Ik kan het niet laten even in de vrouwendouche te gluren en zie Sebastiaan. Ik sis hem toe dat zijn leven aan een spinnendraadje hing maar hij vrijspraak krijgt mits hij daar blijft.

Morgen reizen we weer verder. Jammer dat ze regen afgeven, dat is niet fijn met het afbreken van en later weer opzetten van de tent. Maar morgen is nog uren weg en het weer hier doet zijn eigen zin.

2 gedachten over “Ik ben geen moordenaar (6)

Plaats een reactie