We nemen het luchtig op (16)

Ik voel me soms net de ober uit de klucht ‘Dinner for one’ die steeds over het berevel struikelt. Alleen struikel ik over de scheerlijn aan de voorkant van de tent. Ik ben een soort komische act die tot nu wel overeind gebleven is en na alle vast goedbedoelde opmerkingen doet het me genoegen dat ook Bart erover struikelt.

Het luchtbed is nu bij het hoofdeinde gigantisch maar is niet te hard. Het bestaat vast uit cabines en is die van het hoofdeinde stuk. We hebben afgelopen nacht wel prima geslapen (zelfs ík sliep 5,5 uur non-stop) en hebben er dus niets aan gedaan. Iedere keer als mijn blik op het monstrueuze gevaarte valt, schiet ik in de lach.

We genieten van een rustige middag. Ik werk nog even aan ‘Val dood’ en we gaan wederom fanatiek de strijd aan met tafeltennis. De eigenaar van de camping komt aandraven met een nieuw balletje als die van ons het niet overleeft. We borrelen wat in de zon, hebben een mooi gesprek en bereiden samen de avondmaaltijd. Mooie gewone momenten. Op de camping worden we heel enthousiast door iedereen begroet. We staan vast bekend als die malle Hollanders!

Vanavond is er een braderie in het dorp met een kleine kermis voor de kinderen. Het is net druk genoeg om gezellig te zijn. Ik zwicht voor een broek met een shirt met uiteraard een Bretons streepje. Grotendeels  omdat de verkoper niet zo’n zin had in het moeten aanprijzen van zijn waar maar de kans aangreep om allerlei onderwerpen te bespreken. Lachend klopt hij me op de schouder en zegt dat Nederland niet heel ver is gekomen met voetbal. Ik mep hem even vriendelijk terug en zeg dat Frankrijk net zo ver is gekomen. Dat vindt hij zo lollig dat hij bijna vergeet af te rekenen wat weer een hoop gegrinnik oplevert. Hij laat ons node gaan. Hij moet zich nu weer wijden aan de verkoop van zijn waren.

We maken nog een prachtige wandeling over het strand. Het is eb en het is voor het eerst dat we om de vissershutten kunnen lopen. Het drooggevallen stuk strand laat hele trossen schelpen zien zoals ze in de zee bij elkaar groeien. Samen zijn we sterker geldt ook onder water. Er zijn krabbetjes, honderden gaten van de wormen, hier en daar een dode vis maar nergens een kwal. Goed zo, die mag ik niet!

We zien de zon weer in de zee verdwijnen. Iedere avond anders maar steeds even mooi. Het is niet koud maar wel vochtig. Voor de tent spelen we bij het licht van onze kampeerlamp nog Qwixx, Dizzle en Clever tot de 4e macht maar de blaadjes zijn uiteindelijk te nat om nog goed op te kunnen schrijven.

Ons eigenwijze luchtbed wacht op ons. Vroeger sliepen de mensen ook  half zittend. Het bevalt me eigenlijk prima.

Plaats een reactie