Het loopt met een sisser af (20)

Het is precies 00:12 uur als  we ons installeren voor de nacht. Het is 00:14 als we ssssssssssss horen. We schieten overeind, kijken elkaar even verschrikt aan en daarna verbluft naar de plek waar het vandaan komt. Er zit precies in het midden van het luchtbed een prachtig rond gaatje. Bart houdt direct zijn vinger erop en is een soort Hansje Brinker die zijn vinger in de dijk stopte.

Ik plak er een blarenpleister op van Compeed, er dient actie ondernomen te worden. Even is het stil en dan doet de pleister wat hij op de bijsluiter belooft. Hij ademt en laat lucht door. We plakken er duck tape op en nog meer duck tape en nog meer duck tape maar het luchtbed blaast reddeloos zijn zwanenzang tot er een plat omhulsel over blijft. We moeten er om lachen. ‘Ik dacht echt dat hij het nog wel drie dagen zou redden maar het is wat het is. Platvloers.’

We verzamelen wat er nog aan handdoeken is en gaan maar een nachtje op de grond slapen. Een andere keuze is er niet en we hebben tijdens onze trektochten vroeger vaak weken op een slaapmatje geslapen wat niet veel meer comfort gaf. Ieder een slaapzak, warme trui en broek aan en twee paar sokken. Het zijn hier koude nachten.

Ik word wakker om 5:30 uur, ik heb best goed geslapen. Bart houdt het zelfs nog een poosje langer vol.

We breken de tent af, nemen afscheid van ons luchtbed die zijn glansrijke carrière eindigt in een smoezelige afvalbak op een kleine camping in Bourgogne. We rijden wéér naar Sens, ditmaal naar een grote Decathlon om een nieuwe ‘matelat’ te kopen.

Bijna vier uur later arriveren we in Bouillon in België bij een eindeloos lange camping langs de rivier de Semois. Dit water zal uiteindelijk in de Maas eindigen. Onze campingplaats aan het water is nagenoeg even groot als een kleine camping. Het wat vieze sanitairhok staat een wandeling van zo’n 10 minuten verder. Dat gaat nooit goed ’s nachts, ik duik wel ergens bij het riet aan de oever.

We gaan vanavond lekker uit eten, in Rochehaut. Dit dorpje telt slechts  tweehonderd inwoners en het lijkt vredig maar het dorp wordt verscheurt door een vete. De helft van het dorp wil het toerisme stimuleren en de andere helft wil het oorspronkelijke karakter behouden. En dat terwijl ze nog niet bekomen zijn van de vorige ruzie, die van de pastoor en de Gemeente. Pastoor Marenne wilde eind vorige eeuw fresco’s op het plafond van de Barokke Sint Firmankerk. Hij besloot dit aan een kunstenaar van een naburig dorp uit te besteden. De schilder maakte er zeg maar bijzondere werken van en de Gemeente eiste dat hij direct stopte met het beschilderen van het gewelf. De eerwaarde liet de schilder echter in het geheim ’s nachts doorwerken.

We slenteren door het dorp en zoeken een leuk restaurant uit. Naast ons zitten Belgen uit Vlaanderen die heel beroerd frans spreken maar waar de Walloniërs hier hartelijk om kunnen lachen. De bediening door de ober hier is in alle talen die hij maar kan bedenken.

Morgen wordt een wandeldag. De laatste deze vakantie. Heb er zin in én ben benieuwd hoe ons nieuwe luchtbed ligt. We hebben in ieder geval wel veel meer ruimte!

3 gedachten over “Het loopt met een sisser af (20)

Plaats een reactie