We zijn vroeg uit de veren. We hebben vandaag een gevarieerde tocht geboekt voor het westelijke en noordelijke deel van Madeira. Het gaat mij eigenlijk vooral om het eeuwenoude oerbos Fanal maar de andere stops pakken we gewoon vrolijk mee.
Ons clubje van vandaag bestaat uit acht personen en gids Christiano. Er is een stel uit Polen dat al twintig jaar in Londen woont, een stel uit Ierland en een uit Oekraïne. Christiano is een man met humor én van de klok. Bij iedere stop wordt tot op de minuut aangegeven hoelang we mogen wegblijven. De eerste stop is bij het vissersdorpje Câmara de Logo’s waar we al eerder doorheen gelopen waren. Gelukkig maar want we krijgen exact 20 minuten om het te bekijken. Iedereen is op tijd terug bij het busje en de Polen hebben zelfs kans gezien om een Poncha achterover te slaan wat de gids verbaasd. ‘Hebben jullie werkelijk zo vroeg al poncha gedronken? Ik denk dat ze het wel aankunnen, het Poolse echtpaar is nogal corpulent.
Door naar Cabo Girâo Skywalk. Dat is een hangend glazen platform op 580 meter boven de zee waar je een prachtig uitzicht hebt. De glazen vloer maakt dat veel mensen bang zijn om er op te gaan staan. Helaas heeft het glas witte puntjes dat maakt het minder eng. We hebben hier een half uur tijd voor gekregen. De Polen zijn vijf minuten te laat omdat ze wilden roken. Hop hop in de bus.
Door naar een uitzichtpunt bij Ribeira da Janella. Vijftien minuten voor het uitzicht en de souvenierswinkel. Bijna lukt het iedereen op tijd in te stappen, de Oekraïners zijn een paar minuutjes te laat maar dat is omdat ze hoedjes kochten.
Nu naar Porto do Seixal. Een prachtig strandje op natuurlijke wijze gevormd met zwart lavazand en omringd door groene bergen. Er is een kleine waterval en de zee spat hoog op tegen de kade en de bergen. We hebben veertig minuten. Ik ga heerlijk op een muurtje zitten en staar naar de golven. Ik ga niet als een Japanner heen en weer rennen om thuis op de foto’s te zien hoe het was. Ik laat de beelden binnenkomen. Bart wandelt even naar de waterval. De Oekraïners zijn een kwartier te laat omdat ze wilden zwemmen. Iets wat me bevreemd want dat staat bij de volgende stop op de planning. Maar misschien haalden ze het schema wat door de war.
De volgende stop is Porto Moniz. Hier zijn prachtige vulkanische poelen waarin je kunt zwemmen. De bus wordt geparkeerd voor het restaurant tussen de poelen, die er zowel links als rechts naast liggen. Links de bewaakte poelen met omkleedhokjes en toilet, rechts twee onbewaakte poelen. Zowel de poel als het restaurant zijn opgenomen in het schema, we krijgen anderhalf uur! Eerst maar zwemmen. Het water is kristalhelder en de zee spat met kracht het witte water hoog op de zwarte rotsen. Maar we willen ook lunchen dus wurmen we ons snel weer in de kleren en haasten ons naar het restaurantje. Het is maar vijf minuutjes lopen. We kiezen het tafeltje dat praktisch voor de bus staat. Tijd is tijd!
Dat motto geldt blijkbaar niet voor iedereen. De Oekraïners gaan uitgebreid lunchen en nadat we met de rest van onze club (Christiano heeft het steeds over onze familie voor één dag maar dat gaat me te ver) drie kwartier in de bus zitten te wachten ondanks een telefoontje van de gids, stap ik uit en ga ze halen. Ik wil naar Fanal en de tijd verstrijkt. Ze deppen hun monden met een servet nauwkeurig af, bieden hun excuses aan voor het oponthoud en wandelen relaxed naar de bus. Ze irriteren me enorm en ik sis tegen Bart dat ik me afvraag waarom ze deze én al hun eerdere reizen dit jaar maken terwijl hun landgenoten het ongelooflijk zwaar hebben. Niet erg solidair. Dat er heel veel mensen waren, ook Nederlanders, die een plek in hun huis aanboden aan hun landgenoten maar wat blijkbaar niet voor dit stel gold. ‘Geen politiek vandaag hoor Jan’ fluistert Bart. Gevolgd door:’ Ik dacht precies hetzelfde.’ De Ieren zwijgen en de Polen kijken nors.”Nou, op naar Fanal dan maar’ roep ik vrolijk. Christiano grijnst naar me in de spiegel.
Eindelijk rijden we dan toch naar Fanal, naar het Laurissilvabos. Hier staan al eeuwenlang laurierbomen. Toen Zarco dit eiland ontdekte stonden de bomen er al precies bij zoals nu. Dan zijn ze zeker minstens duizend jaar oud. Wat zullen ze onderling met hun schimmeldraden gniffelen om ons tijdschema. Er hangt een mystieke sfeer. Het is hier vaak mistig en dan krijgen de bomen iets spookachtigs en zie je er enge patronen en afbeeldingen in. Iets waar ik heel erg op hoopte maar juist vanmiddag schijnt de zon hier. Ze zijn zo niet eng maar ik kan me goed voorstellen hoe het eruit ziet bij een grijze lucht, mist of schemering. Er lopen hier twee wandelpaden, de P13 en P14 die ik graag had gelopen maar daar is geen tijd meer voor. Ik wandel toch heel gelukkig rond en complimenteer de wilde koeien hier met hun woonomgeving. Gelukkig staat deze plek sinds 1999 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Veel te snel moeten we terug. Iets wat het hele gezelschap jammer vindt. Ook de Polen die door hun gewicht niet van het wandelen zijn maar wel genietend van de aanblik van het bos in de zon zitten te roken. Niemand zegt het maar we hadden hier langer kunnen rondlopen. De terugrit duurt echter ruim een uur en we zullen sowieso een uur later terugkeren dan gepland. Voor Christiano is het ook mooi geweest. Niemand zegt wat op de terugweg. Ik dommel maar wat en de Polen slapen. De Polen en Ieren worden het eerst afgezet bij hun hotel.De Oekraïners volgen. Bij hun hotel vragen ze of een bepaald adres in de buurt van hun hotel is. Christiano beaamt het en zegt dat het maar vijf minuutjes lopen is en geeft gas. De Oekraïners kijken het busje verbaasd na.
Wij zijn het laatste stel dat afgezet wordt. Christiano wil weten wat we het leukste vonden. In koor roepen we ‘Fanal’. Hij lacht, we praten nog even gezellig na en hij stopt blij zijn fooien weg. Driemaal een tientje en een briefje vijf euro. Het verbaast me niet. Een uitgebreide lunch is best duur.









