Het is hier in de ochtend behoorlijk fris. Je bent een geluksvogel wanneer je een kampeerplekje hebt waar ochtendzon komt, dan zit je al snel heerlijk warm in je korte broek. Wij zijn veroordeeld tot laagjes, tot het aantrekken van vesten en sokken en wanneer je al stoer direct je korte broek aangedaan hebt, tot ontbijten met je handdoek over je benen. Dan is het warm genoeg om buiten te ontbijten.
We rijden wat door de omgeving en slaan lekkere lokale producten in. We zien wederom een rommelmarkt maar dit keer ligt er inderdaad alleen maar rommel. Ik had vast wat kleingeld in mijn broekzak gedaan maar dat ga ik hier niet uitgeven. Er zit echter wel een leuke zangeres met haar gitaar die ontzettend haar best doet maar waarbij de noten er niet altijd even lekker uit komen. Aan de overkant van de straat is een café met terras, de jongeman die daar werkt legt na ieder nummer zijn dienblad neer, klapt enthousiast en roept luidkeels ´bravo´. Hij steekt zijn adoratie niet onder stoelen of banken. Of het daarmee te maken heeft weet ik niet maar de zangeres zingt vervolgens ‘La vie en rose‘ niet onverdienstelijk. Zij krijgt mijn rommelmarktgeld. Voilà!
Terug op de camping is het een komen en gaan van de gasten. Ik wuif een lief ouder echtpaar uit met twee prachtige border collies. Bart en ik spraken ze eerder op een terras hoog in het dorpje Conques, later bleek dat ze ook hier op de camping stonden. ‘De honden zijn zussen en thuis hebben we nog de moeder en grootmoeder van deze honden’ vertelden ze. ’Moeder en oma zijn te oud om mee te nemen op vakantie. We hebben ook nog twee paarden en oh ja, ook nog drie zonen.’ Ze lieten ons trots foto’s zien, van de honden en paarden 🙂
Naast ons wordt een tent opgezet door een stel met een jongetje in de kleuterleeftijd. De vakantiestemming is er ver te zoeken. De vrouw klinkt doorlopend boos en houdt op luide toon eindeloos monologen. Soms is de man het mikpunt maar vaker het kind. Wat heb ik te doen met het mannetje dat hele, in mijn optiek onterechte, tirades van zijn moeder over zich heen krijgt. ´Non, non ,non, non, non ! Si tu as trop d´énergie utilisez la utilement. Non, non, non, non, est-ce que tu fais ca exprès? Ce sont mes vacances et j’y ai droit, alors tu peux te comporter comme il faut ! Oh, je venais de balayer là-bas! Drie maal loopt ze langs onze tent en er kan geen knikje af. De tent staat en ze gaan met het jongetje naar het riviertje om over de stenen naar de overkant te lopen. Vader en zoon lopen makkelijk over de stenen maar de vrouw wil geholpen worden. Ik hoop zo dat ze in het water kukelt maar ze bereikt veilig de overkant en helaas ook weer droog terug. De rest van de dag gaat het mopperen door. Wanneer ik water ga halen tref ik het jongetje op het paadje voor de tent. Ik lach hem vriendelijk toe en zeg hem gedag. Hij kijkt mij met een boos gezicht aan, een perfecte imitatie van het gezicht van zijn moeder. Dit is zo niet typisch frans, ik ben er beduusd van en ik ben niet de enige hier die er zo over denkt. Met oogcontact of opgetrokken wenkbrauw communiceren de overige buren wat ze ervan vinden. Daar zijn geen woorden voor nodig.
Ik blijf proberen voor elkaar te krijgen dat óf vader, óf moeder, óf kind antwoord als ik ze groet! Ik zet de bubbels vast klaar.
Ik wil nog twee uurtjes schrijven. Dat zou prima lukken wanneer er niet steeds een libelle op mijn schouder, stoel, laptop of aantekeningen gaat zitten. Ik vind libellen zowel mooi, fascinerend als eng. Ze zijn te groot en ze kunnen lelijk steken. Maar deze libelle is een fan van mijn werk. Zodra ik een stukje geschreven heb strijkt hij neer op de regels alsof hij wil lezen hoe het verder gaat. Libellen worden in veel culturen beschouwd als symbool voor een transformatie in je leven en staat symbool voor verandering en licht. Het is een wezen dat ons herinnert aan de vergankelijkheid van het leven en vooral bij het stilstaan van je eigen gevoelens waarbij je diep in jezelf dient te kijken.
‘De Libelle heeft al interesse getoond in mijn nieuwe boek’ zeg ik tegen Bart. Die kijkt verheugd op. “Wat leuk Jan, wat goed dat dat tijdschrift dat doet!’
Was het maar zo’n feest! Maar mopperen doe ik niet, dat laat ik over aan de buurvrouw. Ik heb wel de libelle gevraagd om naar haar te vliegen.




Deze leuke stukjes van jou zouden niet misstaan in de Libelle, Janneke.
LikeLike
wat leuk de Libelle,die hadden we vroeger ook en ben zelfs op hun strandfeest geweest.wel wat veel vrouwen daar🤪😂
LikeLike
haha grappig ik dacht net als Bart aan het tijdschrift! Weer een heerlijk stukje om te lezen, wie weet valt de buurvrouw morgen wel in het water 🌊🌊
LikeLike