Weer een frisse nacht. Bart en ik liggen gezellig in één slaapzak, gemaakt van onze aan elkaar geritste exemplaren en dat is zo lekker warm dat we pas na acht uur wakker worden. De gang zit er bepaald niet in maar we arriveren vandaag heus wel bij onze volgende bestemming in de Creuse. Dit departement van Nouvelle Aquitaine heeft veel leuke plaatsjes, massa’s kastelen en een prachtige natuur. Wij gaan naar het plaatsje Boussac. Het is de verjaardag van Bart maar mijn echtgenoot heeft niets met jarig zijn en is blij dat we op zijn geboortedag nagenoeg nooit thuis zijn.
Om 11:00 uur zijn we ‘en route’. Met een veerpont varen we naar de andere kant van de Seine. Bart rijdt het eerste stuk, daarna wisselen we. De stemming zit er lekker in, luidkeels zingen we mee met ’la jeune fille à bicyclette van Gerard Lenorman’. Er dient wel getankt te worden, liefst ruim op tijd om stress te voorkomen. Na 20 km is daar de eerste benzinepomp maar de gang zit er net zo lekker in. Na 50 km rijd ik finaal voorbij de afslag van de tweede pomp. Nu wel opletten. Er volgt een groot bord met prima prijzen voor euro 95 bij Shell, pomp nummer drie. Ik rijd er keurig heen maar werkelijk alle euro 95 pompen zijn afgesloten, alleen de benzine met een prijsverschil van € 0,37 per liter hoger is verkrijgbaar. Bart briest over een vooropgezet plan ter verrijking van de grote bazen en ik rijd maar door, misschien beter even parkeren en koffie in manlief gieten. Daarna kan ik helemaal niet meer bij de pompen komen omdat je van de parkeerplaatsen niet meer bij de pompen kúnt komen. Ik probeer het drie keer maar ben er dan klaar mee, wegwezen hier. Met kloppend hart neem ik de afslag naar de eerstvolgende plaats. Opgelucht kan hier de tank vol. De prijs ligt zelfs ver onder de Shell prijs, een blij man kruipt weer achter het stuur voor het laatste stuk van onze rit vandaag.
Camping Poinsouze, is van een heel ander kaliber dan onze vorige die vooral lekker knus was. Deze camping ligt op een schitterend landgoed compleet met grote vijver. Ik keuvel wat met de eigenaresse. Ze bewoont met haar man het fraaie landgoed en ze zijn de camping jaren terug begonnen om voor mensen ‘een plek van rust en bezinning in de natuur te creëren’. Dat lijkt me wel wat. Ze roept naar de jongeman bij de receptie: ’Doe deze maar in het Frans, ze spreekt de taal goed.’ Ik grijns van oor tot oor en dat blijft zo als we mee in zijn golfkarretje mogen om een mooie plek voor onze tent te kiezen.
Wakker worden met regen klinkt gezellig maar is buiten de tent minder aangenaam. De zon komt volgens de weerapp morgen terug maar na een uurtje is het wel droog en vertrekken we naar Masgot. In dit piepkleine plaatsje woonde in de 19e eeuw Francois Michaud. Deze man hakte uit stukken graniet, waarvan deze hele omgeving vol ligt, allerlei beelden. Hij hakte er op los om zijn huis en leefomgeving te verfraaien. Beelden van dieren, verzonnen of bestaande mensen en fantasiebeelden. Een wonderlijke verzameling waarmee hij zijn eerste huis in dit dorpje versierde om vervolgens in huis nummer twee door te gaan en later voor nagenoeg het hele dorpje erop los beitelde.
Maar nog vóór Masgot komen we door het dorpje Cressat. Op de rem want er is hier een brocante/rommelmarkt! Het is een en al gezelligheid en we zwichten heel gelukkig voor een paar prachtige aankopen. Ik hou van het bieden wat nergens over gaat maar gewoon gezellig is. Weer onderweg naar de auto valt mijn blik op twee Delftsblauwe borden met Nederlandse tekst erop in keurige houders. Wat doen die hier? Ze zijn veel te mooi om tussen de overige rommel te staan. In keurig frans zeg ik:’ Hoe komen ze hier terecht, wat vraagt u ervoor want ik bezin me op dit nationale erfgoed naar Nederland terug te brengen’. ‘Dat lijkt me een heel goed plan’ klinkt het in het Nederlands. De standhouder komt uit Leiden en woont de helft van het jaar in Frankrijk. Uit Frankrijk verkoopt hij brocante in Nederland en in Nederland uit Frankrijk. Vrolijk starten de onderhandelingen en uiteindelijk betaal ik 7 euro voor twee Delftsblauwe borden en 2 euro voor de bordenhouders. ‘Kan ik weer nieuwe gaan halen’ lacht hij.
Helemaal blij met al onze aanwinsten arriveren we in Masgot. De wandeling door dit schattige dorpje is heerlijk kneuterig en al zijn de beelden kleiner dan ik dacht, ik geniet. Gelukkig kan de route uitgebreid worden met een ‘balade’ door het bos, een wandeltocht van anderhalf uur. In het bos kom je uit bij Pierre Tornadouère. Dat is de naam van enorme stenen waarvan men vroeger bang was. Ze liggen afgelegen en bij een bepaalde hoek is er een gezicht in te zien. Dat moest wel bovennatuurlijk zijn. Onderzoek leverde later op dat het gewoon plekken in de steen zelf zijn. Ik zie de plekken en het gezicht direct maar laat Bart eerst een paar rondjes zoeken. Hij is toch nooit bang.
Terug op de camping, frissen we ons op en vieren de verjaardag van Bart alsnog een beetje door in het knusse restaurant op het landgoed van de camping te gaan eten. Omdat eten en mijn maag niet goed samen gaat lopen we nog een rondje om de grote vijver. Vlak voor ons zien we een bever oversteken naar het meer om daar waarschijnlijk zíjn diner te bemachtigen. Dat we het laatste stukje in de regen lopen merk ik amper. Wat zijn het heerlijke dagen! Volgens de weerapp worden we morgenochtend door de zon gewekt. Ik geloof niet meer in die app maar hij mag me verrassen.









Keep the faith, voorspellingen gaan echt een keer kloppen 🙏
LikeLike
lieve Bart,
ik weet het je hebt niets met je verjaardag maar veel liefde, gezondheid en plezier gewenst. En dat lukt zeker als jullie gezellig samen vakantie vieren😘
LikeLike